Fietsvakantie Zwitsers en Italiaans hooggebergte

Na aankomst in Pfunds bij Nauders kunt u uitrusten van de busreis en u mentaal voorbereiden op het klimwerk dat komend gaat de komende week. Voor wie wil is er de mogelijkheid vast wat in te fietsen, bijvoorbeeld op de Kaunertaler Gletscherstrasse die naar 2750 meter gaat. Deze rit gaat gelijk het hooggebergte in en kunt u zo gek maken als u zelf wilt want het is heen en weer dezelfde weg. Maximaal 110 km en 2130 hm. Iets minder ambitieus is de klim naar Samnaun (40 km/1325 hm).

Vanuit Oostenrijk fietst u door Italië naar Zwitserland: drie landen op één dag. Allereerst staat de gestaag stijgende Reschenpas (1507 m) op het programma. Na de pas bent u in Italië en rijdt u langs een prachtige route met hier en daar een dorpje door het berglandschap. Daarna daalt u af naar Mals en vervolgt u de route via Taufers en de Zwitserse grens naar het einddoel van vandaag het plaatsje Santa Maria in het Val Mustair. Uiteraard kunt u de etappe uitbreiden met de klim naar Samnaun. Totaal 1570 hoogtemeters.

De Passo dello Stelvio is een van die klassiekers die iedere renner een keer gedaan moet hebben. Vandaag is het uw beurt. Vanuit Santa Maria rijdt u via Taufers weer terug naar Mals en verder het dal in naar Spondinga en Prato allo Stelvio (25 km / 2757 m) . In Prato allo Stelvio begin de klassieke klim. Eerst tot Trafoi grotendeels door het bos met stijgingspercentagtes tussen de 4 en maximaal 8%. Na Trafoi ziet u de beroemde muur met haarspeldbochten opdoemen en gaan de percentages omhoog naar gemiddeld tussen de 8 en 10% per kilometer. En dat vele kilometers lang tot aan de top. Het uitzicht achterom het dal in is echter adembenemend.  Na 7 kilometer afdalen gaat u via de “meeneemcol” (een col die je meeneemt in de afdaling..) Passo de Umbrail (2501 m) terug naar Santa Maria. Totaal 1975 hoogtemeters.
Wie hier nog niet genoeg aan heeft kan verder afdalen naar Bormio en daar aan de klim over de Passo del Foscagno (24 km, 2291 m) naar Livigno beginnen. Daarna via een tunnel en de Ofenpas (10 km, 2149 m) naar Santa Maria. Hiermee komen er nog 73 km en 1900 hm bij. Wellicht wat veel van het goede, maar het kan wel!

Gelijk in de straten van Santa Maria begint de klim naar de Ofenpass (2149 m, 1239 hm, 13 km, gemiddeld 4,4 %, maximaal 11 %) . In de afdaling naar Zernez komt nog weer een stuk van 5 km klimmen maar verder loopt de weg heerlijk gestaag naar beneden. Na een korte rit door het dal van de Inn volgt na Such de volgende uitdaging, de Flüelapass (2392 m, 958 hm, 13 km, gemiddeld 7,3 %, maximum 11 %). Na de mondaine wintersportplaats Davos is het voornamelijk afdalen naar het dorp Tiefencastel. Totaal 2490 hoogtemeters.

Vanuit Tiefencastel hebben we een niet al te zware maar erg mooie rondrit uitgezet over de Albulapass (2312 m, 1536 hm, 31 km, gem. 4,8 %, max. 13 %), een van de smallere passen, waar ook een spoor overheen loopt. Eerst vooral vals plat en bijna vlak langs een beek en dan de laatste 14 kilometer is het echt klimmen. De aansluitende Julierpass (2284 m, 483 hm, 7 km, gem. 6,7 %, max. 11 %) is onregelmatig maar niet al te lastig. Vlak na de top is een restaurantje waar u van uw inspanningen kunt bijkomen voor u de lange afdaling naar Tiefencastel inzet. Totaal 2300 hoogtemeters.

Als toetje na het ontbijt staat de Lenzerheidepass (1551 m, 703 hm, 14 km, 5 % gemiddeld, 11 % maximaal) op het menu. Na een lastig begin vlakt de klim lekker af na de helft. Daarna gaat u eerst lang afdalen en verder voornamelijk vlak doorrijden naar Bonaduz. Hier gaan we het Obersaxen dal in, veel korte klimmetjes op en af. Na Llanz is het eerst weer een stukje klimmen. Na Disentis/Mustèr begint de klim naar de Oberalppass (2044 m, 895 hm, 21 km, 4 % gemiddeld, 10 % maximaal) waarvan vooral de laatste 8 km zwaar zijn. Totaal 2800 hoogtemeters.

De rondrit, qua afstand en hoogtemeters echt de koninginnerit, bestaat bijna alleen maar uit klimmen en dalen. Eerst 10 kilometer dalen en dan de lange en lastige klim naar de Sustenpass (2224 m, 1308 hm, 18 km, 7,4 % gemiddeld, 10 % maximaal). In deze afdaling is het vanwege de veel korte tunnels wel even oppassen. Na 5 kilometer kom je bij Steingletscher, een goede plek voor een kop koffie of bekijken van de gletscher. Vanaf Innertkirchen wordt het weer klimmen naar de Grimselpass (2165 m, 1538 hm, 27 km, 5,8 % gemiddeld, 11 % maximaal), dan kort dalen en vanaf Gletsch een laatste keer in de beugels voor de Furkapass (2429 m, 700 hm, 11 km, 7 % gemiddeld, 13 % maximaal). Totaal 3556 hoogtemeters.

Na 3 kilometer begint de klim naar de Sankt Gotthardpass (2106 m, 650 hm, 13 km, 5% gemiddeld, 11% maximaal) waar je soms grote weg moet volgen maar op vele stukken ook over oude veel mooiere klinkerweg kunt rijden. De klim naar de Nufenenpass (2480 m, 1330 hm, 23 km, gemiddeld 6%, maximaal 11 %) is niet te steil, in het begin onregelmatig en wat vals plat, later geleidelijk steeds steiler. De klim naar de Grimselpass (2164 m, 815 hm, 15 km, 5% gemiddeld, 11% maximaal) is tot Gletsch niet erg zwaar, en wordt in de laatste kilometers lastiger, zeker na alle inspanningen eerder op de dag. Een erg mooie klim met als beloning boven een meertje over uit te kijken terwijl je je verrichtingen overdenkt. Totaal 2950 hoogtemeters.

Het is vandaag echt tijd voor een rustdag. Geniet er van want het tweede deel van deze reis is zeker zo indrukwekkend als het eerste deel.

Gelukkig heeft u gisteren kunnen rusten want vandaag staat de langste etappe met ook nog eens de meeste hoogtemeters op het programma. Eerst rijdt u terug naar Innertkirchen en daar begint u aan de Sustenpass (2224 m, 1603 hm, 28 km, gemiddeld 5,7%, maximaal 10%) waarna u weer terug bent in Andermatt. Dan verder omhoog  via de Oberalppass (2044 m, 600 hm, 11 km, gemiddeld 5%, maximaal 10%) naar Disentis/Mustèr en als waardige afsluiter via de prachtige Lukmanierpass (1908 m, 896 hm, gemiddeld 4%, maximaal 9,5% ) naar Olivone. Totaal 3850 hoogtemeters.

De dag begint met heerlijk wat afdalen, daarna volgt een stuk vlak en vanaf Lumino begint de weg langzaam te stijgen. De eerste 25 kilometer is niet al te moeilijk, dan 7 kilometer flink klimmen, even wat vlakker en daarna weer klimmen naar het plaatsje San Bernadino. Daarna is het nog ruim 7 kilometer naar de top van de Passo del San Bernardino (2065 m, 1887 hm, 47 km, gemiddeld 3,7%, maximaal 11,3%). De Splügenpass (2114 m, 585 hm, 8 km, gemiddeld 6%, maximaal 12%) heeft veel korte S bochten maar is niet echt moeilijk. Na de pashoogte bent u weer terug in Italië. De overnachting is in het wintersportdorpje Madesimo. Totaal 2500 hoogtemeters.

We beginnen met afdalen tot Chiavenna over een weg met vele tunnels waarna we natuurlijk weer gaan daarna klimmen, en wel naar de Passo del Maloja (1815 m, 1487 hm, 32 km, gemiddeld 4,6%, maximaal 11,5%). In de beklimming bent u de grens met Zwitserland weer overgestoken. Langs het meer zijn veel eet en drinkgelegenheden, ideaal voor een uitgebreide lunchstop. In Ponteresina, net na St Moritz begint de klim naar Passo del Bernina (2326 m, 608 hm, 18 km, gemiddeld 3,3%, maximaal 10%), niet echt moeilijk en met prachtige uitzichten waar je met deze percentages prima van kunt genieten. De lange afdaling eindigt voorlopig in Poschiavo in Italië. Totaal 2000 hoogtemeters.

U begint met vandaag met de heerlijke afdaling naar Tirano waarna bij Mazzo de klassieke en erg steile 12 kilometer lange klim naar de Passo de Mortirolo (1857 m, 1313 hm, 11% gemiddeld, uitschieters naar 20%) begint. Na dit stukje steilewandrijden daalt u af naar Ponte di Legno waar het andere hoogtepunt van de dag begint. U beklimt de Passo di Gavia (2621 m, 1325 hm, 16,5 km, 8% gemiddeld, uitschieters naar 14%) van de zuidkant. De erg smalle weg slingert boven de rivier Frigidolfo in de diepte. Iets na de top bij Riffugio Berni kunt u de foto’s van de helletocht in de sneeuw van Johan van der Velde en Erik Breukink uit de Giro van 1988 bewonderen. Na een lange afdaling komt u aan bij uw hotel in Bormio. Totaal 3420 hoogtemeters.

Ook deze laatste dag hebben we weer een uitdagende rit samengesteld. Om terug te komen naar Nauders moet u weer wat bergen over en we beginnen met de Passo de Stelvio vanaf de zuidkant. U klimt tot aan de afslag naar de Passo dell Umbrail op 2460 meter (18 km, 1260 hm, 7% gemiddeld) waarna u afdaalt naar Santa Maria, net als op dag 3. Vanaf hier is er de keuze om de kortste weg terug te nemen via de Retschenpass of om nogmaals de Offenpass op en af te rijden en daarna in noordelijke richting langs de Inn te rijden naar Pfunds (Nauders). Totaal 1960 of 3220 hoogtemeters.

Na het ontbijt eindigt uw fietsvakantie. De deelnemers die reizen met de fietsbus kunnen er nog een leuke dag van maken voor de bus ’s avonds vertrekt naar Nederland. Mocht u na deze 2 zware weken nog steeds niet uitgefietst zijn dan hebben we uiteraard nog een rondrit voor u klaar staan.
Samnaunrondrit, 53 km
Vanuit Nauders daalt u af richting de rivier de Inn. Bij de Kajetansbrücke steekt u de rivier over om aan de overzijde te klimmen naar Spiss (1500 m). Na een korte afdaling klimt u in Zwitserland naar Samnaun. Na 25 km. een prima locatie voor een koffie- of lunchstop. Vanuit Samnaun daalt u weer richting Spissermühle, waarvandaan de route vlak langs de Oostenrijks-Zwitserse grens loopt. De route daalt overwegend met hier en daar een klimmetje. Regelmatig rijdt u door een tunnel. Bij het dorpje Martina begint u aan de laatste klim over de Martinsbrück naar Nauders.