Fietsvakantie Ronde van de Balkan

Na aankomst op de luchthaven van Tirana volgt er een transfer naar het hotel in het centrum van Tirana. Na het inchecken in het hotel heeft u, afhankelijk van de vluchttijden, de kans om Tirana te ontdekken. Voorafgaand aan het welkomstdiner zal uw gids u alles vertellen over deze fietsreis. U ontmoet de rest van de groep tijdens het diner.
Het levendige, kleurrijke Tirana is het kloppend hart van Albanië, waar de hoop en dromen van dit kleine land samensmelten tot een levendige werveling van verkeer, onbezonnen consumentisme en ongebreideld plezier. Na de val van het communisme, in de vroege jaren 90, heeft Tirana een transformatie van buitengewone proporties ondergaan. Het stadscentrum is nu onherkenbaar, met gebouwen geschilderd in primaire kleuren en openbare pleinen en autovrije straten waar het een plezier is om rond te dwalen. De grote boulevards van de stad zijn bekleed met fascinerende overblijfselen van het Ottomaanse, Italiaanse en communistische verleden, van delicate minaretten tot luide socialistische muurschilderingen. 

In de ochtend verlaat u Tirana. Per bus volgt er een twee uur durende transfer naar de noordkant van het meer van Ohrid. Bij aankomst worden de fietsen uitgeladen en voor iedereen op de juiste hoogte afgesteld. Het fietsen gaat langs de schilderachtige oever van het meer, richting Pogradec. Na de lunch steekt u de grens over naar Macedonië. Voordat u aankomt in Ohrid, wordt het klooster van St. Naum bezocht.
Ohrid is de meest bezochte stad van Macedonië, met een sfeervolle oude wijk, vol met prachtige kerken en een middeleeuws kasteel. De geplaveide straten worden geflankeerd door traditionele restaurants en cafés aan het meer, maar het is nog geen compleet toeristisch circus.

De eerste etappe gaat door de Black Drin Vallei en volgt de rivier door de kloof, langs verschillende dammen en meren, naar Debar. Dwars door de stad Debar liep de hoofdweg Via Egnatia, eeuwenlang een belangrijke en strategische handelsweg voor het Byzantijnse rijk. In die tijd was de stad één van de economische centra aan de westkant van het Balkan-schiereiland. Door de hele stad stonden lange colonnes in verschillende richtingen, naar Albanië, Thessaloniki en Skopje.

Vandaag staat een prachtige rit op het programma. Deze gaat door het Mavrovo National Park met zijn kloven, dennenbossen, karstvelden (waar kalksteen aan de oppervlakte komt) en watervallen. Hier ademt u frisse, maar ijle lucht in. Prachtige vergezichten zijn er in overvloed. Het park is de thuisbasis van de hoogste berg van Noord-Macedonië en Albanië, Mt Korab (2764 m). De berg ligt precies op de grens.

Na een vroeg ontbijt volgt er een transfer van 1,5 uur naar de grens met Kosovo. Vanaf de grens fietst u op en af door het Šargebergte, één van de meest pittoreske delen van Kosovo. Fietsend over golvende wegen geniet u van fantastische uitzichten, helemaal tot aan het schitterende Prizren. 

Vandaag wordt er niet gefietst. U reist per bus verder naar Pejë, de op twee na grootste stad van Kosovo. U bezoekt twee UNESCO-sites, net voor de lunch. Daarna verder naar de spectaculaire nabijgelegen Rugova-vallei en de omliggende bergen voor een ontspannen middag.
Het Patriarchaatsklooster Peć, sinds 2006 UNESCO-werelderfgoed, is een complex van kerken in de buitenwijken van Pejë, vlakbij de rivier de Lumbardh, bij de ingang van de Rugova-kloof. Dit complex dateert uit de 13e eeuw en is de zetel en het mausoleum van de Servische aartsbisschoppen en patriarchen. 

Na het ontbijt stapt u weer op de fiets. U rijdt door het nationale park van Rrugova naar de afgelegen grens met Montenegro. Er volgt een prachtige klim door het bos, gevolgd door een nog spectaculairdere afdaling met uitzicht op de Plava-vallei, bezaaid met meren.

U verlaat Berane via een smalle, kronkelige weg die gestaag stijgt door het Komovi-gebergte naar de Trešnjevik-pas (1.565 m). Op de top is een restaurant voor een versnapering. Vanaf de pas daalt de smalle weg af door de vallei van de Tara-rivier. Tot slot fietst u over een bredere, modernere weg naar de stad Kolašin, gelegen onderaan de bergen Bjelasica en Sinjajevina.

U verlaat Kolašin langs de Tara-rivier, de op één na langste rivier van Montenegro. De riviervallei begint smaller te worden als u Tara Canyon binnen gaat. Met een lengte van 78 km is dit de langste rivierkloof van Europa. De lunch is met uitzicht op de Tara-brug, die zich 165 meter boven de rivier uitstrekt over de kloof. De volgende 10 km gaan bergop als u de Tara-rivier verlaat en het Durmitor National Park binnengaat. Eenmaal in Žabljak bent u vrij om dit geweldige winterskigebied te verkennen of een korte fietstocht te maken rond de mystieke wateren van het Zwarte Meer.

De rit van vandaag gaat door het Durmitor National Park en begint met een afgelegen klim van 8 km naar de Prevoj Sedlo-pas (1.907 m) over de hoogste verharde weg in Montenegro. Vanaf de pas slingert de smalle weg door de bergen naar beneden voor een tweede klim naar de Prijespa-pas (1.885 m). De afdaling gaat verder door een prachtig kalksteenlandschap en alpenweiden. Bij het verlaten van het Nationaal Park daalt u af via haarspeldbochten en rotsachtige tunnels naar de oever van het meer van Plužine en de stad Plužine.

Vanaf Pluzine gaat het op en neer over de hoofdweg langs de Komamica-rivier in zuidelijke richting naar Nikšić. Na de lunch gaat u met minibusjes naar het Ostrog-klooster. Na een bezoek gaat u per minibusje verder naar Cetinje, de oude koninklijke hoofdstad van Montenegro, waar u de authentieke sfeer van de stad in het historische centrum ervaart op een van de vele eeuwenoude terrassen.

Vandaag is de overgang van de hooglanden naar de Adriatische kust. U fietst eerst naar het westen, geleidelijk stijgend, naar het nationale park Lovcen, waar ook het mausoleum van de Montenegrijnse heerser en dichter Petar II Petrovic Njegos is. De weg gaat vervolgens door een droog, rotsachtig landschap. Na de lunch gaat het bergafwaarts. De smalle weg daalt af via een reeks haarspeldbochten met schitterende uitzichten op de inham van Boka Kotorska, zo'n 650 meter lager. Na het bereiken van Kotor fietst u langs de kustlijn van de baai, om uiteindelijk Dobrota aan de rand van Kotor te bereiken.

Vrije dag om de middeleeuwse stad Kotor te verkennen. Gebouwd in de 15e eeuw, is de stad nog steeds volledig omringd door muren met drie poorten naar het westen, noorden en zuiden. De stad wordt geflankeerd door de berg Lovčen en bevat verschillende pleinen, een kathedraal, verschillende kerken en een lappendeken van smalle straatjes. Voor wie van fietsen houdt, is de rondrit een aanrader. U gaat 10 minuten met de veerboot om de zee-inham aan de westkant over te steken. U geniet van een een prachtig uitzicht op Kotor en de verschillende steden en dorpen langs de kustlijn, met de omliggende hoge bergen op de achtergrond.

De laatste fietsdag gaat langs de westelijke oever van het meer van Skadar, dat zich uitstrekt over de grens tussen Montenegro en Albanië. Het grootste deel van de dag geniet u van weidse uitzichten over het blauwe water. De weg is een beetje een "achtbaan" met drie flinke stijgingen en dalingen. Aan de zuidkant van het meer leidt de laatste klim u naar de top van de Štegvaš-pas (490 m) met mooi uitzicht over het meer en Albanië. Een lange afdaling volgt naar de hoofdweg en slechts een paar km later steekt u de grens weer over naar Albanië. De laatste 15 km is bijna vlak en na het oversteken van de rivier de Buna bent u in de stad Shkodër, de grootste stad in Noord-Albanië.

Vrijwel direct na het ontbijt volgt er een transfer naar de luchthaven Tirana. Uw fietsavontuur door 4-landen is ten einde.